DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE

HOOFDSTUK I: INSTITUTIONELE BEPALINGEN

AFDELING 4: BEPALINGEN DIE DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE UNIE GEMEEN HEBBEN

ARTIKEL III-400

De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende:

a) de bezoldigingen, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, van de voorzitter van de Commissie, van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie, van de leden van de Commissie, van de presidenten, de leden en de griffiers van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsmede van de secretaris-generaal van de Raad;

b) de arbeidsvoorwaarden, in het bijzonder de bezoldigingen, vergoedingen en pensioenen van de voorzitter en de leden van de Rekenkamer;
c) alle vergoedingen welke als beloning kunnen gelden van de onder a) en b) bedoelde personen.

2. De Raad stelt Europese verordeningen en besluiten vast houdende de vergoedingen van de leden van het Economisch en Sociaal Comité.