DEEL I

TITEL III: BEVOEGDHEDEN VAN DE UNIE

ARTIKEL I-14: De gebieden van gedeelde bevoegdheid

1. De Unie heeft een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid in de gevallen waarin haar in de Grondwet een bevoegdheid wordt toegedeeld die buiten de in de artikelen I-13 en I-17 bedoelde gebieden valt.

2. De gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten betreffen in het bijzonder de volgende gebieden:

a) interne markt;
b) sociaal beleid, voor de in deel III genoemde aspecten;
c) economische, sociale en territoriale samenhang;
d) landbouw en visserij, met uitsluiting van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee;
e) milieu;
f) consumentenbescherming;
g) vervoer;
h) trans-Europese netwerken;
i) energie;
j) de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht;
k) gemeenschappelijke veiligheidsvraagstukken op het gebied van volksgezondheid, voor de in deel III genoemde aspecten.

3. Op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte is de Unie bevoegd op te treden, en met name programma's vast te stellen en uit te voeren; de uitoefening van die bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.

4. Op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp is de Unie bevoegd op te treden en een gemeenschappelijk beleid te voeren; de uitoefening van die bevoegdheid belet de lidstaten niet hun eigen bevoegdheid uit te oefenen.