DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN

HOOFDSTUK II: HET ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID

AFDELING 2: HET MONETAIR BELEID

ARTIKEL III-187

1. Het Europees Stelsel van Centrale Banken wordt bestuurd door de besluitvormende organen van de Europese Centrale Bank, te weten de Raad van bestuur en de directie.

2. Het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken is opgenomen in het protocol tot vaststelling van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank.

3. Artikel 5, leden 1, 2 en 3, de artikelen 17 en 18, artikel 19, lid 1, de artikelen 22, 23, 24 en 26, artikel 32, leden 2, 3, 4 en 6, artikel 33, lid 1, onder a), en artikel 36 van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank kunnen bij Europese wet worden gewijzigd:

a) hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;

b) hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.

4. De in artikel 4, artikel 5, lid 4, artikel 19, lid 2, artikel 20, artikel 28, lid 1, artikel 29, lid 2, artikel 30, lid 4, en artikel 34, lid 3, van het statuut van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bedoelde maatregelen worden door de Raad bij Europese verordening of Europees besluit vastgesteld. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement:

a) hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank;

b) hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank en na raadpleging van de Commissie.