DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL III: INTERN BELEID EN OPTREDEN

HOOFDSTUK III: BELEID OP ANDERE GEBIEDEN

AFDELING 9: ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING EN RUIMTE

ARTIKEL III-251

1. Bij Europese wet wordt het meerjarenkaderprogramma vastgesteld waarin alle activiteiten die door de Unie worden gefinancierd, zijn opgenomen. Deze wet wordt vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.

In het kaderprogramma:

a) worden de wetenschappelijke en technologische doelstellingen die met de in artikel III-249 bedoelde activiteiten moeten worden verwezenlijkt, alsmede de daarmee samenhangende prioriteiten, vastgesteld;

b) worden de grote lijnen van deze activiteiten aangegeven;

c) worden het totale maximumbedrag van en gedetailleerde regels voor de financiële deelneming van de Unie aan het kaderprogramma, alsmede de onderscheiden deelbedragen voor elk van de voorgenomen activiteiten, vastgelegd.

2. Het meerjarenkaderprogramma wordt naar gelang van de ontwikkeling van de situatie aangepast of aangevuld.

3. Bij Europese wet van de Raad worden de specifieke programma's vastgesteld ter uitvoering van het meerjarenkaderprogramma binnen iedere activiteit. In ieder specifiek programma worden de bepalingen voor de uitvoering ervan, de looptijd en de nodig geachte middelen vastgelegd. Het totaal van de in de specifieke programma's vastgelegde nodig geachte bedragen mag niet meer belopen dan het voor het kaderprogramma en voor iedere activiteit vastgelegde totale maximumbedrag. Deze wet wordt vastgesteld na raadpleging van het Europees Parlement en van het Economisch en Sociaal Comité.

4. Ter aanvulling op de in het meerjarenkaderprogramma geplande activiteiten worden bij Europese wet de maatregelen vastgesteld die nodig zijn om de Europese onderzoeksruimte te realiseren. Zij wordt vastgesteld na raadpleging van het Economisch en Sociaal Comité.