DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE

HOOFDSTUK I: INSTITUTIONELE BEPALINGEN

AFDELING 1: INSTELLINGEN

Onderafdeling 3: Raad van ministers
ARTIKEL III-343

1. Ieder lid van de Raad kan slechts door één ander lid worden gemachtigd om namens hem te stemmen.

2. Voor de beslissingen van de Raad waarvoor een gewone meerderheid vereist is, besluit de Raad bij meerderheid van zijn leden.

3. Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor de vaststelling van beslissingen van de Raad waarvoor eenparigheid van stemmen is vereist.