DEEL III: BELEID EN WERKING VAN DE UNIE

TITEL VI: WERKING VAN DE UNIE

HOOFDSTUK I: INSTITUTIONELE BEPALINGEN

AFDELING 1: INSTELLINGEN

Onderafdeling 5: Hof van Justitie van de Europese Unie
ARTIKEL III-361

Een lidstaat die van mening is dat een andere lidstaat een krachtens de Grondwet op hem rustende verplichting niet is nagekomen, kan zich tot het Hof van Justitie van de Europese Unie wenden.

Voordat een lidstaat tegen een andere lidstaat een klacht indient wegens een beweerde schending van diens verplichtingen krachtens de Grondwet, legt hij deze klacht voor aan de Commissie.

De Commissie brengt een met redenen omkleed advies uit, nadat de betrokken staten de gelegenheid is gegeven over en weer schriftelijk en mondeling opmerkingen te maken.

Indien de Commissie binnen drie maanden na indiening van de klacht geen advies heeft uitgebracht, kan de klacht desalniettemin bij het Hof worden ingediend.