Verklaring ad artikel I-25

De Conferentie verklaart dat het Europese besluit betreffende de uitvoering van artikel I-25 door de Raad zal worden vastgesteld op de dag waarop het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa in werking treedt. Hieronder volgt het ontwerp-besluit.

ONTWERP VAN EEN EUROPEES BESLUIT VAN DE RAAD BETREFFENDE DE UITVOERING VAN ARTIKEL I-25

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Er dienen bepalingen te worden vastgesteld die een vlotte overgang mogelijk maken van het systeem van besluitvorming in de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen — als omschreven in het Verdrag van Nice en overgenomen in artikel 2, lid 2, van het aan de Grondwet gehechte protocol betreffende de overgangsbepalingen inzake de instellingen en organen van de Unie, dat tot en met 31 oktober 2009 van toepassing zal blijven — naar de stemprocedure als bepaald bij artikel I-25 van de Grondwet, die vanaf 1 november 2009 van toepassing zal zijn.

(2) Er zij aan herinnerd dat het gebruikelijk is dat de Raad zich zoveel mogelijk inspant om de democratische legitimiteit van met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vastgestelde handelingen te versterken.

(3) Het wordt wenselijk geacht dit besluit zolang van kracht te laten zijn als nodig is om te zorgen voor een vlotte overgang naar de nieuwe stemprocedure waarin de Grondwet voorziet,

BESLUIT:

Artikel 1

Indien leden van de Raad, die

a) ten minste driekwart van de bevolking, of

b) ten minste driekwart van het aantal lidstaten

vertegenwoordigen, vereist voor het vormen van een blokkerende minderheid ingevolge de toepassing van artikel I-25, lid 1, eerste alinea, of lid 2, aangeven zich ertegen te verzetten dat de Raad een handeling met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vaststelt, zal de Raad de kwestie bespreken.

Artikel 2

De Raad zal tijdens deze besprekingen alles doen wat in zijn macht ligt om, binnen een redelijke tijd en zonder afbreuk te doen aan de dwingende termijnen die door het recht van de Unie worden voorgeschreven, een bevredigende oplossing te vinden om tegemoet te komen aan de bezwaren van de in artikel 1 bedoelde leden van de Raad.

Artikel 3

De voorzitter van de Raad neemt hiertoe, met de hulp van de Commissie en met inachtneming van het reglement van orde van de Raad, ieder initiatief dat nodig is om een grotere mate van overeenstemming in de Raad te vergemakkelijken. De leden van de Raad zijn hem daarbij behulpzaam.

Artikel 4

Dit besluit treedt op 1 november 2009 in werking. Het blijft minste tot 2014 van kracht. Daarna kan de Raad een Europees besluit tot intrekking ervan vaststellen.