DEEL IV: ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL IV-440: Territoriaal toepassingsgebied

1. Dit verdrag is van toepassing op het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

2. Dit verdrag is van toepassing op Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique, Réunion, de Azoren, Madeira en de Canarische Eilanden overeenkomstig artikel III-424.

3. Voor de landen en gebieden overzee waarvan de lijst in bijlage II is opgenomen, geldt de bijzondere associatieregeling omschreven in deel III, titel IV.

Dit verdrag is niet van toepassing op de landen en gebieden overzee die met het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland bijzondere betrekkingen onderhouden en die niet in die lijst voorkomen.

4. Dit verdrag is van toepassing op de Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd.

5. Dit verdrag is van toepassing op de Ålandseilanden met de derogaties die oorspronkelijk waren opgenomen in het in artikel IV-437, lid 2, onder d), genoemde verdrag en die zijn overgenomen in titel V, afdeling 5, van het protocol betreffende de verdragen en akten inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, alsmede de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.

6. In afwijking van de leden 1 tot en met 5:

a) is dit verdrag niet van toepassing op de Faeröer;

b) is dit verdrag op Akrotiri en Dhekelia, zijnde de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, slechts van toepassing voorzover nodig om de toepassing te waarborgen van de regeling die oorspronkelijk was opgenomen in het protocol betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, dat gehecht is aan de akte betreffende de toetreding, die een integrerend deel uitmaakt van het in artikel IV-437, lid 2, onder e), genoemde verdrag, welke regeling is overgenomen in deel II, titel III, van het protocol betreffende het verdrag en de akte inzake de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek;

c) is dit verdrag op de Kanaaleilanden en op het eiland Man slechts van toepassing voorzover nodig om de toepassing te waarborgen van de regeling voor deze eilanden die oorspronkelijk was opgenomen in het in artikel IV-437, lid 2, onder a), genoemde verdrag, en die is overgenomen in titel II, afdeling 3, van het protocol betreffende de verdragen en akten inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, alsmede de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.

7. De Europese Raad kan op initiatief van de betrokken lidstaat een Europees besluit vaststellen tot wijziging van de status ten aanzien van de Unie van een Deens, Frans of Nederlands land of gebied als bedoeld in de leden 2 en 3. De Europese Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van de Commissie.