9. PROTOCOL BETREFFENDE HET VERDRAG EN DE AKTE INZAKE DE TOETREDING VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE REPUBLIEK MALTA, DE REPUBLIEK POLEN, DE REPUBLIEK SLOVENIË EN DE SLOWAAKSE REPUBLIEK

TWEEDE DEEL

BEPALINGEN BETREFFENDE DE PROTOCOLLEN DIE ZIJN GEHECHT AAN DE AKTE VAN TOETREDING VAN 16 APRIL 2003

TITEL I OVERGANGSBEPALINGEN BETREFFENDE DE EUROPESE INVESTERINGSBANK

Artikel 38

Het Koninkrijk Spanje stort het bedrag van 309 686 775 euro, als aandeel in het kapitaal gestort voor de verhoging van het geplaatste kapitaal. Deze bijdrage wordt gestort in acht gelijke termijnen die vervallen op 30 september 2004, 30 september 2005, 30 september 2006, 31 maart 2007, 30 september 2007, 31 maart 2008, 30 september 2008 en 31 maart 2009.

Het Koninkrijk Spanje draagt in acht gelijke termijnen die vervallen op de bovengenoemde data bij tot de reserves en de met reserves gelijk te stellen voorzieningen, alsmede tot het nog naar de reserves en voorzieningen over te boeken bedrag, bevattende het saldo van de verlies-en-winstrekening, zoals deze aan het einde van de maand april 2004 zijn vastgesteld en in de balans van de Bank voorkomen, door storting van bedragen die overeenkomen met 4,1292 % van de reserves en voorzieningen.

Artikel 39

Vanaf 1 mei 2004 storten de nieuwe lidstaten de volgende bedragen overeenkomende met hun aandeel in het kapitaal gestort voor het geplaatste kapitaal als gedefinieerd in artikel 4 van het statuut van de Europese Investeringsbank:

landbedrag
Polen170 563 175 euro
Tsjechische Republiek62 939 275 euro
Hongarije59 543 425 euro
Slowakije21 424 525 euro
Slovenië19 890 750 euro
Litouwen12 480 875 euro
Cyprus9 169 100 euro
Letland7 616 750 euro
Estland5 882 000 euro
Malta3 490 200 euro.

Deze bijdragen worden gestort in acht gelijke termijnen die vervallen op 30 september 2004, 30 september 2005, 30 september 2006, 31 maart 2007, 30 september 2007, 31 maart 2008, 30 september 2008 en 31 maart 2009.

Artikel 40

De nieuwe lidstaten dragen in acht gelijke termijnen die vervallen op de in artikel 39 genoemde data bij tot de reserves, de met de reserves gelijk te stellen voorzieningen, alsmede tot het nog naar de reserves en voorzieningen over te boeken bedrag, bevattende het saldo van de verlies- en winstrekening, zoals deze aan het einde van de maand april 2004 zijn vastgesteld en in de balans van de Europese Investeringsbank voorkomen, door storting van bedragen die overeenkomen met de volgende percentages van de reserves en voorzieningen:

landpercentage
Polen2,2742 %
Tsjechische Republiek0,8392 %
Hongarije0,7939 %
Slowakije0,2857 %
Slovenië0,2652 %
Litouwen0,1664 %
Cyprus0,1223 %
Letland0,1016 %
Estland0,0784 %
Malta0,0465 %.
Artikel 41

De in de artikelen 38, 39 en 40 bedoelde stortingen worden door het Koninkrijk Spanje en de nieuwe lidstaten verricht in contanten in euro, behoudens afwijkingen waartoe door de Raad van gouverneurs met eenparigheid van stemmen wordt besloten.

TITEL II BEPALINGEN BETREFFENDE DE HERSTRUCTURERING VAN DE TSJECHISCHE IJZER- EN STAALINDUSTRIE

Artikel 42

1. Onverminderd de artikelen III-167 en III-168 van de Grondwet wordt de van 1997 tot en met 2003 door de Tsjechische Republiek verleende overheidssteun voor de herstructurering van bepaalde delen van de Tsjechische ijzer- en staalindustrie onder de volgende voorwaarden als verenigbaar met de interne markt beschouwd:

a) de periode waarin is voorzien in artikel 8, lid 4, van protocol nr. 2 betreffende EGKS-producten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie wordt tot stand gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds (1), is verlengd tot 1 mei 2004;

b) in de periode 2002-2006 worden de voorwaarden van het herstructureringsplan op basis waarvan voornoemd protocol werd verlengd, nageleefd;

c) er is voldaan aan de in deze titel bepaalde voorwaarden, en d) na 1 mei 2004 behoeft aan de Tsjechische ijzer- en staalindustrie geen overheidssteun voor herstructurering te worden betaald.

2. De herstructurering van de Tsjechische ijzer- en staalindustrie, zoals beschreven in de individuele bedrijfsplannen van de ondernemingen, vermeld in bijlage 1 van protocol nr. 2 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 (hierna "begunstigde ondernemingen" genoemd), en in overeenstemming met de voorwaarden van deze titel, moet uiterlijk op 31 december 2006 (hierna "het einde van de herstructureringsperiode" genoemd) voltooid zijn.

3. Uitsluitend de begunstigde ondernemingen komen in aanmerking voor overheidssteun in het kader van het herstructureringsprogramma van de Tsjechische ijzer- en staalindustrie.

4. Het is een begunstigde onderneming niet toegestaan:

a) in geval van een fusie met een niet in bijlage 1 van het protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 genoemde onderneming, de haar verleende steun aan deze onderneming door te geven;

b) het actief over te nemen van niet in bijlage 1 van het protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 genoemde ondernemingen die in het tijdvak tot 31 december 2006 failliet worden verklaard.

5. Als een begunstigde onderneming op een later tijdstip geprivatiseerd wordt, moeten de in deze titel omschreven voorwaarden en beginselen inzake levensvatbaarheid, overheidssteun en capaciteitsvermindering in acht worden genomen.

6. De totale herstructureringssteun die aan de begunstigde ondernemingen kan worden verleend, wordt bepaald aan de hand van de motivering in het plan voor de herstructurering van de Tsjechische ijzer- en staalindustrie en de individuele bedrijfsplannen, zoals die door de Raad zijn goedgekeurd. De in de periode 1997-2003 betaalde steun ligt in geen geval hoger dan CZK 14 147 425 201. Van dit totaalbedrag ontvangt Nová Hut’ ten hoogste CZK 5 700 075 201, Vítkovice Steel ten hoogste CZK 8 155 350 000 en Válcovny Plechu Frydek Mistek ten hoogste CZK 292 000 000, afhankelijk van de bepalingen van het goedgekeurde herstructureringsplan. De steun mag slechts één keer worden verleend. De Tsjechische Republiek verleent geen andere overheidssteun voor herstructurering aan de Tsjechische ijzer- en staalindustrie.

7. De netto capaciteitsvermindering die de Tsjechische Republiek in de periode 1997-2006 voor afgewerkte producten moet bereiken, bedraagt 590 000 ton.

Voor de berekening van de capaciteitsvermindering wordt alleen definitieve sluiting van productie- installaties door middel van fysieke vernietiging in aanmerking genomen, zodat de productie- installaties niet opnieuw in bedrijf kunnen worden gesteld. De faillietverklaring van een ijzer- en staalonderneming komt niet in aanmerking als capaciteitsvermindering.

Bovengenoemde netto capaciteitsvermindering moet, samen met eventuele andere in het kader van herstructureringsprogramma's noodzakelijk geachte capaciteitsverminderingen, worden voltooid volgens het tijdschema in bijlage 2 van protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.

8. De Tsjechische Republiek moet de handelsbelemmeringen op de kolenmarkt in overeenstemming met het acquis tegen de toetreding opheffen, zodat de Tsjechische staalbedrijven kolen tegen internationale marktprijzen kunnen aankopen.

9. Het bedrijfsplan voor de begunstigde onderneming Nová Hut’ wordt uitgevoerd. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) de installatie van Vysoké Pece Ostrava moet in het organisatorisch kader van Nová Hut’ worden opgenomen door verwerving van de volledige eigendom. Voor deze fusie moet een streefdatum worden vastgesteld en er moet worden bepaald wie verantwoordelijk is voor de uitvoering ervan;

b) de herstructureringsinspanningen worden toegespitst op de volgende punten:

i) Nová Hut’ moet evolueren van een op productie gericht bedrijf naar een op verkoop gericht bedrijf en moet de efficiëntie en de effectiviteit van zijn bedrijfsbeheer verbeteren, onder meer door een grotere transparantie met betrekking tot de kosten;

ii) Nová Hut’ moet zijn productmix herbekijken en markten met een grotere toegevoegde waarde aanboren;

iii) Nová Hut’ moet op korte termijn na de ondertekening van het Toetredingsverdrag de nodige investeringen doen om de kwaliteit van de eindproducten te verbeteren;

c) er moet werk worden gemaakt van arbeidsherstructurering. Vóór 31 december 2006 moeten productiviteitsniveaus worden gehaald die vergelijkbaar zijn met die van de productgroepen in de ijzer- en staalindustrie van de Unie, hetgeen zal worden beoordeeld op basis van de geconsolideerde cijfers van de betrokken begunstigde ondernemingen;

d) uiterlijk op 1 mei 2004 moet worden voldaan aan het acquis communautaire op het gebied van milieubescherming. In het bedrijfsplan moet daartoe in de nodige investeringen worden voorzien. Dat geldt ook voor de investeringen die nodig zijn voor de geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging, teneinde ervoor te zorgen dat Richtlijn 96/61/EG van de Raad van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (2) vóór 1 november 2007 wordt toegepast.

10. Het bedrijfsplan voor de begunstigde onderneming Vítkovice Steel wordt uitgevoerd. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) de walserij Duo wordt uiterlijk op 31 december 2006 definitief gesloten. Indien het bedrijf wordt gekocht door een strategische investeerder, wordt de verkoopovereenkomst afhankelijk gesteld van sluiting op voornoemde datum;

b) de herstructureringsinspanningen worden toegespitst op de volgende punten:

i) meer rechtstreekse verkoop en meer aandacht voor kostenverlaging, aangezien deze punten van wezenlijk belang zijn voor een efficiënter bedrijfsbeheer;

ii) inspelen op de vraag op de markt en de activiteiten verleggen naar producten met een hogere toegevoegde waarde;

iii) de geplande investeringen in het secundaire staalproductieproces vervroegen van 2004 naar 2003, om het bedrijf in staat te stellen concurrerend te zijn op basis van kwaliteit veeleer dan op basis van prijs;

c) uiterlijk op 1 mei 2004 moet worden voldaan aan het acquis communautaire op het gebied van milieubescherming. In het bedrijfsplan moet daartoe in de nodige investeringen worden voorzien, alsmede in de investeringen die later nodig zullen zijn voor de toekomstige investeringen voor de geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging.

11. Het bedrijfsplan voor de begunstigde onderneming Válcovny Plechu Frydek Mistek (VPFM) wordt uitgevoerd. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) de warmwalserijen nrs. 1 en 2 moeten eind 2004 definitief gesloten worden;

b) de herstructureringsinspanningen moeten worden toegespitst op de volgende punten:

i) op korte termijn na de ondertekening van het Toetredingsverdrag de investeringen doen die nodig zijn om de kwaliteit van de eindproducten te verbeteren;

ii) voorrang voor de als cruciaal aangemerkte mogelijkheden om de winst te verhogen (waaronder arbeidsherstructurering, kostenverlaging, hoger rendement, heroriëntering van de distributie).

12. Voor alle daaropvolgende wijzigingen in het algemene herstructureringsplan en de individuele plannen is de goedkeuring van de Commissie en, in voorkomend geval, van de Raad vereist.

13. De uitvoering van de herstructurering moet in volledige transparantie en op basis van gezonde markteconomische beginselen plaatsvinden.

14. De Commissie en de Raad zien, overeenkomstig de leden 15 tot en met 18, nauwlettend toe op de uitvoering van de herstructurering en de nakoming van de in deze titel opgenomen voorwaarden inzake levensvatbaarheid, overheidssteun en capaciteitsverminderingen vóór en na 1 mei 2004, tot het einde van de herstructureringsperiode. Daartoe brengt de Commissie verslag uit aan de Raad.

15. De Commissie en de Raad zien toe op de benchmarks voor de herstructurering in bijlage 3 van protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003. De verwijzingen in genoemde bijlage naar punt 16 van genoemd protocol moeten worden opgevat als verwijzingen naar lid 16 van dit artikel.

16. Het toezicht omvat een onafhankelijke evaluatie in 2003, 2004, 2005 en 2006. De levensvatbaarheidstest van de Commissie vormt een belangrijk element om te verifiëren dat levensvatbaarheid is bereikt.

17. De Tsjechische Republiek werkt ten volle mee met alle regelingen voor toezicht. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) de Tsjechische Republiek zendt de Commissie halfjaarlijkse verslagen over de herstructurering van de begunstigde ondernemingen toe, uiterlijk op 15 maart en 15 september van elk jaar tot het einde van de herstructureringsperiode;

b) het eerste verslag moet bij de Commissie uiterlijk op 15 maart 2003 inkomen en het laatste uiterlijk op 15 maart 2007, tenzij de Commissie anders beslist;

c) de verslagen bevatten alle nodige informatie voor het toezicht op het herstructureringsproces en op de vermindering en het gebruik van de capaciteit, alsmede de nodige financiële gegevens om te kunnen beoordelen of is voldaan aan de voorwaarden en de voorschriften van deze titel. De verslagen bevatten ten minste de informatie omschreven in bijlage 4 van protocol nr. 2 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003; de Commissie behoudt zich het recht voor hierin wijzigingen aan te brengen op grond van haar ervaringen tijdens het toezicht. Naast de afzonderlijke verslagen over de activiteiten van de begunstigde ondernemingen, wordt tevens verslag uitgebracht over de algemene toestand van de Tsjechische ijzer- en staalsector, met inbegrip van recente macro-economische ontwikkelingen;

d) de Tsjechische Republiek verplicht de begunstigde ondernemingen om alle relevante gegevens bekend te maken die onder andere omstandigheden wellicht als vertrouwelijk zouden worden beschouwd. In de verslagen aan de Raad zorgt de Commissie ervoor dat vertrouwelijke informatie die specifiek is voor een onderneming niet wordt bekendgemaakt.

18. De Commissie kan te allen tijde beslissen een onafhankelijke adviseur opdracht te geven de resultaten van het toezicht te beoordelen, alle nodige onderzoek te verrichten en verslag uit te brengen aan de Commissie en de Raad.

19. Indien de Commissie op basis van de in lid 17 bedoelde verslagen constateert dat er aanzienlijke afwijkingen zijn ten opzichte van de financiële gegevens op basis waarvan de levensvatbaarheidsbeoordeling is verricht, kan zij eisen dat de Tsjechische Republiek passende maatregelen neemt om de herstructureringsmaatregelen van de betrokken begunstigde ondernemingen aan te scherpen.

20. Indien uit het toezicht blijkt dat:

a) niet is voldaan aan de voorwaarden van de in deze titel opgenomen overgangsregelingen, of b) dat niet is voldaan aan de verbintenissen die zijn aangegaan in het kader van de verlenging van de periode tijdens welke de Tsjechische Republiek uitzonderlijk overheidssteun voor de herstructurering van haar ijzer- en staalindustrie mag verlenen overeenkomstig de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Tsjechische Republiek, anderzijds (3), of c) dat de Tsjechische Republiek in de loop van de herstructureringsperiode aanvullende, onverenigbare overheidssteun heeft verleend aan de ijzer- en staalindustrie en in het bijzonder aan de begunstigde ondernemingen, gelden de in deze titel opgenomen overgangsregelingen niet.

De Commissie neemt passende maatregelen om steun die is verleend zonder dat de in deze titel bepaalde voorwaarden zijn nagekomen, van de betrokken ondernemingen terug te vorderen.

Noot 1: PB L 360 van 31.12.1994, blz. 2.

Noot 2: PB L 257 van 10.10.1996, blz. 26.

Noot 3: PB L 360 van 31.12.1994, blz. 2.

TITEL III BEPALINGEN BETREFFENDE DE ZONES VAN CYPRUS DIE ONDER DE SOEVEREINITEIT VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND VALLEN

Artikel 43

1. De zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, hierna "SBA's" genoemd (Sovereign Base Areas) behoren tot het douanegebied van de Unie en daarom zijn de in deel I van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 opgesomde handelingen van de Unie op het gebied van douane en gemeenschappelijk handelsbeleid, met de in deze bijlage vermelde wijzigingen, van toepassing op de SBA's. In deze bijlage moet de verwijzing naar "dit protocol" worden opgevat als een verwijzing naar deze titel.

2. De handelingen van de Unie inzake omzetbelasting, accijnzen en andere vormen van indirecte belasting in deel II van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 zijn, met de in deze bijlage vermelde wijzigingen, van toepassing op de SBA's, alsook de relevante bepalingen die van toepassing zijn op Cyprus, vervat in dit protocol.

3. De handelingen van de Unie in deel III van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 worden overeenkomstig deze bijlage gewijzigd om het Verenigd Koninkrijk in staat te stellen de in het Verdrag betreffende oprichting van de Republiek Cyprus (hierna het "Oprichtingsverdrag" genoemd) vastgelegde verminderingen en vrijstellingen van rechten en heffingen op leveringen aan zijn strijdkrachten en daarmee geassocieerd personeel, te handhaven.

Artikel 44

De artikelen III-225 tot en met III-232 van de Grondwet en de op grond daarvan aangenomen bepalingen, alsook de bepalingen die zijn aangenomen overeenkomstig artikel III-278, lid 4, onder b), van de Grondwet, zijn van toepassing op de SBA's.

Artikel 45

Personen die wonen of werken op het grondgebied van de SBA's en die krachtens de regelingen die zijn getroffen uit hoofde van het Oprichtingsverdrag en de daarmee verband houdende notawisseling van 16 augustus 1960 onderworpen zijn aan de socialezekerheidswetgeving van de Republiek Cyprus, worden voor Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (1) behandeld alsof zij op het grondgebied van de Republiek Cyprus wonen of werken.

Noot 1: PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

Artikel 46

1. De Republiek Cyprus behoeft geen controle uit te oefenen op personen die haar land- en zeegrenzen met een SBA overschrijden; op dergelijke personen zijn eventuele beperkingen van de Unie op overschrijding van de buitengrenzen niet van toepassing.

2. Het Verenigd Koninkrijk oefent conform de verbintenissen in deel IV van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 controle uit op personen die de buitengrenzen van een SBA overschrijden.

Artikel 47

De Raad kan, in het belang van een doeltreffende uitvoering van de doelstellingen van deze titel, op voorstel van de Commissie, bij Europees besluit de artikelen 43 tot en met 46, alsook de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003, wijzigen, dan wel andere bepalingen van de Grondwet, alsook handelingen van de Unie, onder de door hem bepaalde voorwaarden van toepassing verklaren op de SBA's. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen. De Commissie raadpleegt het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Cyprus alvorens een voorstel in te dienen.

Artikel 48

1. Onverminderd lid 2 is het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk voor de uitvoering van deze titel in de SBA's. In het bijzonder geldt het volgende:

a) het Verenigd Koninkrijk is verantwoordelijk voor de toepassing van de in deze titel gespecificeerde maatregelen van de Unie op het gebied van douane, indirecte belastingen en het gemeenschappelijk handelsbeleid met betrekking tot goederen die Cyprus binnenkomen of verlaten via een haven of luchthaven binnen een SBA;

b) goederen die door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk via een haven of luchthaven in de Republiek Cyprus in Cyprus zijn ingevoerd, dan wel uit Cyprus zijn uitgevoerd kunnen binnen de SBA's aan douanecontrole worden onderworpen;

c) het Verenigd Koninkrijk is verantwoordelijk voor de afgifte van de vergunningen en certificaten die krachtens toepasselijke maatregelen van de Unie vereist zijn met betrekking tot goederen die door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk in Cyprus zijn ingevoerd, dan wel uit Cyprus zijn uitgevoerd.

2. De Republiek Cyprus is verantwoordelijk voor het beheer en de uitbetaling van de gelden van de Unie waarvoor personen in de SBA's krachtens artikel 44 uit hoofde van de toepassing van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de SBA's in aanmerking komen; de Republiek Cyprus legt aan de Commissie verantwoording af voor dergelijke uitgaven.

3. Onverminderd de leden 1 en 2 kan het Verenigd Koninkrijk de uitoefening van taken die bij of krachtens een bepaling als bedoeld in de artikelen 43 tot en met 46 aan een lidstaat zijn opgelegd, in overeenstemming met de regelingen die krachtens het Oprichtingsverdrag zijn getroffen, overdragen aan de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus.

4. Het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Cyprus werken samen in het belang van de doeltreffende uitvoering van deze titel in de SBA's, en sluiten in voorkomend geval nadere akkoorden voor de overdracht van de uitvoering van bepalingen als bedoeld in de artikelen 43 tot en met 46. Van dergelijke akkoorden wordt een afschrift verstrekt aan de Commissie.

Artikel 49

De in deze titel vastgelegde regeling heeft uitsluitend betrekking op de speciale situatie van de SBA's en kan op geen enkel ander grondgebied van de Unie worden toegepast, noch geheel of gedeeltelijk als precedent dienen voor enige andere speciale regeling die reeds bestaat of kan worden ingevoerd op een ander Europees grondgebied als bedoeld in artikel IV-440 van de Grondwet.

Artikel 50

De Commissie brengt vanaf 1 mei 2004, om de vijf jaar, verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van deze titel.

Artikel 51

De bepalingen van deze titel worden toegepast in het licht van de verklaring betreffende de SBA's, waarin, met behoud van de juridische strekking, de voorwaarden zijn overgenomen van de preambule van protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.

TITEL IV BEPALINGEN BETREFFENDE DE KERNCENTRALE VAN IGNALINA IN LITOUWEN

Artikel 52

Uit erkentelijkheid voor de bereidheid van de Unie om voldoende aanvullende steun te verlenen voor de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina door Litouwen en ter onderstreping van dit blijk van solidariteit, zegt Litouwen toe eenheid 1 en eenheid 2 van de kerncentrale van Ignalina respectievelijk vóór 2005 en uiterlijk 31 december 2009 te sluiten en vervolgens te ontmantelen.

Artikel 53

1. In de periode 2004-2006 verleent de Unie Litouwen aanvullende financiële steun voor zijn inspanningen om de kerncentrale van Ignalina te ontmantelen en voor het ondervangen van de gevolgen van de sluiting en ontmanteling van deze centrale (hierna "het Ignalina-programma" genoemd).

2. De maatregelen in het kader van het Ignalina-programma worden vastgesteld en uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van bepaalde landen in Midden- en Oost-Europa (1).

3. Het Ignalina-programma omvat onder meer het volgende: maatregelen ter ondersteuning van de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina, maatregelen voor het herstel van het milieu overeenkomstig het acquis en voor modernisering van de conventionele elektriciteitsopwekkingscapaciteit ter vervanging van de productiecapaciteit van de twee reactoren van de kerncentrale van Ignalina en andere maatregelen die voortvloeien uit het besluit tot sluiting en ontmanteling van deze centrale en die bijdragen tot de noodzakelijke herstructurering, herstel van het milieu en modernisering van de sectoren voor de productie, het transport en de distributie van energie in Litouwen, alsook tot de verbetering van de energievoorzieningszekerheid en van de energie-efficiëntie in Litouwen.

4. Het Ignalina-programma omvat maatregelen die ertoe moeten bijdragen dat het personeel van de centrale een hoog niveau van operationele veiligheid van de kerncentrale van Ignalina kan handhaven in de perioden voorafgaand aan de sluiting en tijdens de ontmanteling van de beide reactoren.

5. Voor de periode 2004-2006 worden voor het Ignalina-programma 285 miljoen euro aan vastleggingskredieten uitgetrokken, die in gelijke jaarlijkse tranches worden vrijgegeven.

6. De bijdrage in het kader van het Ignalina-programma kan voor bepaalde maatregelen tot 100 % van de totale uitgaven belopen. Alles moet in het werk gesteld worden om de medefinanciering in het kader van de pretoetredingssteun voor de ontmantelingswerkzaamheden van Litouwen voort te zetten, en om, waar nodig, medefinanciering uit andere bronnen aan te trekken.

7. De steun in het kader van het Ignalina-programma, of delen daarvan, kunnen beschikbaar worden gesteld als bijdrage van de Unie aan het Internationale steunfonds voor de ontmanteling van Ignalina, dat beheerd wordt door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

8. Staatssteun uit nationale en internationale bronnen, en bronnen van de Unie:

a) voor het herstel van het milieu overeenkomstig het acquis en de modernisering van de Litouwse thermische centrale in Elektrenai als belangrijkste vervanging voor de opwekkingscapaciteit van de twee reactoren van de Ignalina-kerncentrale, en b) voor de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina zijn verenigbaar met de interne markt als omschreven in de Grondwet.

9. Staatssteun uit nationale en internationale bronnen, en bronnen van de Unie ter ondersteuning van de inspanningen van Litouwen om de gevolgen van de sluiting en ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina te ondervangen, mag voor elk afzonderlijk geval geacht worden — in het kader van de Grondwet — verenigbaar te zijn met de interne markt, met name wanneer het gaat om staatssteun ter verbetering van de energievoorzieningszekerheid.

Noot 1: PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11.

Artikel 54

1. De Unie geeft er zich rekenschap van dat de ontmanteling van de kerncentrale van Ignalina een langetermijnproject is en voor Litouwen uitzonderlijke financiële lasten met zich meebrengt die niet in verhouding staan tot de omvang en de economische draagkracht van het land, en bevestigt uit solidariteit met Litouwen bereid te zijn ook na 2006 voldoende aanvullende steun voor de ontmanteling te zullen blijven verlenen.

2. Met het oog hierop wordt het Ignalina-programma ononderbroken voortgezet en verlengd tot na 2006. De uitvoeringsbepalingen voor het verlengde Ignalina-programma worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35 en treden in werking uiterlijk op de einddatum van de financiële vooruitzichten die zijn vastgesteld in het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999.

3. Het overeenkomstig lid 2 verlengde Ignalina-programma is gebaseerd op de elementen en beginselen die zijn omschreven in artikel 53.

4. Voor de periode van de volgende financiële vooruitzichten moeten de totale vastleggingen in het kader van het verlengde Ignalina-programma gemiddeld toereikend zijn. De programmering van deze middelen zal gebaseerd zijn op de feitelijke betalingsbehoeften en opnamecapaciteit.

Artikel 55

Onverminderd artikel 52 is tot en met 31 december 2012 de algemene vrijwaringsclausule bedoeld in artikel 26 van toepassing indien de energievoorziening in Litouwen verstoord wordt.

Artikel 56

Deze titel is van toepassing in het licht van de verklaring betreffende de kerncentrale van Ignalina in Litouwen; waarin, met behoud van de juridische strekking, de voorwaarden zijn overgenomen van de preambule van protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.

TITEL V BEPALINGEN BETREFFENDE DE DOORREIS VAN PERSONEN OVER LAND TUSSEN DE REGIO KALININGRAD EN DE ANDERE DELEN VAN DE RUSSISCHE FEDERATIE

Artikel 57

De voorschriften en regelingen van de Unie voor de doorreis van personen over land tussen de regio Kaliningrad en de andere delen van de Russische Federatie, met name Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad van 14 april 2003 tot invoering van een specifiek Doorreisfaciliteringsdocument, een Doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers en tot wijziging van de Gemeenschappelijke Visum-instructie en het Gemeenschappelijk Handboek (1), vormen als zodanig geen reden tot uitstel of belemmering voor de volledige deelneming van Litouwen aan het Schengenacquis, inclusief de opheffing van de binnengrenscontroles.

Noot 1: PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8.

Artikel 58

De Unie verleent Litouwen assistentie bij de implementatie van de voorschriften en regelingen voor de doorreis van personen tussen de regio Kaliningrad en de andere delen van de Russische Federatie, opdat Litouwen zo spoedig mogelijk ten volle aan het Schengenacquis kan deelnemen.

De Unie verleent Litouwen assistentie bij het beheer van de doorreis van personen tussen de regio Kaliningrad en de andere delen van de Russische Federatie en draagt met name de extra kosten voor de implementatie van de desbetreffende bijzondere voorschriften van het acquis.

Artikel 59

Onverminderd de soevereine rechten van Litouwen worden verdere handelingen inzake de doorreis van personen tussen de regio Kaliningrad en de andere delen van de Russische Federatie door de Raad op voorstel van de Commissie vastgesteld. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen.

Artikel 60

Deze titel is van toepassing in het licht van de verklaring betreffende de doorreis van personen over land tussen de regio Kaliningrad en de andere delen van de Russische Federatie; waarin, met behoud van de juridische strekking, de voorwaarden zijn overgenomen van de preambule van protocol nr. 5 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.

TITEL VI BEPALINGEN BETREFFENDE HET VERWERVEN VAN TWEEDE WONINGEN IN MALTA

Artikel 61

Gelet op het zeer beperkte aantal woningen op Malta en de zeer beperkt beschikbare bouwgrond, die ten gevolge van de demografische ontwikkeling slechts de basisbehoeften van de huidige bewoners kan dekken, mag Malta op niet-discriminerende basis de in de wet inzake eigendom van onroerend goed (verwerving door niet-ingezetenen) (hoofdstuk 246) vastgestelde regels handhaven ten aanzien van het recht van onderdanen van de lidstaten die nog niet ten minste vijf jaar legaal ingezetene van Malta zijn om tweede woningen te verwerven en te bezitten.

Malta zal daartoe vergunningsprocedures toepassen voor de verwerving van tweede woningen in Malta die gebaseerd zijn op algemeen bekende, objectieve, duurzame en transparante criteria. Die criteria dienen op niet-discriminerende wijze te worden toegepast en mogen geen onderscheid maken tussen onderdanen van Malta en van de overige lidstaten. Malta dient ervoor te zorgen dat onderdanen van de lidstaten onder geen beding een meer restrictieve behandeling krijgen dan een onderdaan van een derde land.

Indien de waarde van het onroerend goed dat een onderdaan van de lidstaten wil kopen hoger is dan de in de Maltese wetgeving vastgestelde grens van 30 000 MTL voor appartementen en 50 000 MTL voor andere woningen dan appartementen en woningen van historisch belang, zal een vergunning verleend worden. Malta mag de in die wetgeving vastgestelde grenzen herzien om rekening te houden met de ontwikkeling van de prijzen op de Maltese vastgoedmarkt.

TITEL VII BEPALINGEN BETREFFENDE ABORTUS IN MALTA

Artikel 62

Geen enkele bepaling in het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa of in de verdragen en akten tot wijziging of aanvulling daarvan, staat de toepassing van de nationale abortuswetgeving op Maltees grondgebied in de weg.

TITEL VIII BEPALINGEN BETREFFENDE DE HERSTRUCTURERING VAN DE POOLSE IJZER- EN STAALINDUSTRIE

Artikel 63

1. Onverminderd de artikelen III-167 en III-168 van de Grondwet wordt door Polen verleende overheidssteun voor de herstructurering van bepaalde delen van de Poolse ijzer- en staalindustrie onder de volgende voorwaarden als verenigbaar met de interne markt beschouwd:

a) de periode waarin is voorzien in artikel 8, lid 4, van protocol nr. 2 betreffende EGKS-producten bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds (1), is verlengd tot 1 mei 2004;

b) in de periode 2002-2006 worden de voorwaarden van het herstructureringsplan op basis waarvan voornoemd protocol werd verlengd, nageleefd;

c) er is voldaan aan de in deze titel bepaalde voorwaarden, en

d) na 1 mei 2004 behoeft aan de Poolse ijzer- en staalindustrie geen overheidssteun voor herstructurering te worden betaald.

2. De herstructurering van de Poolse ijzer- en staalindustrie, zoals beschreven in de individuele bedrijfsplannen van de ondernemingen vermeld in bijlage 1 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 (hierna "begunstigde ondernemingen" genoemd), en in overeenstem-

ming met de in deze titel bepaalde voorwaarden, moet uiterlijk op 31 december 2006 (hierna "het einde van de herstructureringsperiode" genoemd) voltooid zijn.

3. Uitsluitend de begunstigde ondernemingen komen in aanmerking voor overheidssteun in het kader van het herstructureringsprogramma van de Poolse ijzer- en staalindustrie.

4. Het is een begunstigde onderneming niet toegestaan:

a) in geval van een fusie met een niet in bijlage 1 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 genoemde onderneming, de haar verleende steun aan deze onderneming door te geven;

b) het actief over te nemen van niet in bijlage 1 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 genoemde ondernemingen die in het tijdvak tot 31 december 2006 failliet worden verklaard.

5. Als een begunstigde onderneming op een later tijdstip geprivatiseerd wordt, moet rekening worden gehouden met de noodzaak van transparantie en moeten de in deze titel omschreven voorwaarden en beginselen inzake levensvatbaarheid, overheidssteun en capaciteitsvermindering in acht worden genomen. Er mag geen verdere overheidssteun worden verleend als onderdeel van de verkoop van een onderneming of afzonderlijke activa.

6. De herstructureringssteun die aan de begunstigde ondernemingen wordt verleend, wordt bepaald aan de hand van het plan voor de herstructurering van de Poolse ijzer- en staalindustrie en de individuele bedrijfsplannen, zoals die door de Raad zijn goedgekeurd. Het in de periode 1997-2003 uitbetaalde totaalbedrag ligt in geen geval hoger dan 3 387 070 000 PLN.

Met betrekking tot de opsplitsing van dit totaalbedrag geldt het volgende:

a) wat Polskie Huty Stali (hierna "PHS" genoemd) betreft, bedraagt de reeds verleende dan wel de vanaf 1997 tot eind 2003 verleende of te verlenen herstructureringssteun niet meer dan 3 140 360 000 PLN. PHS heeft in de periode 1997-2001 reeds 62 360 000 PLN aan herstructureringssteun ontvangen. In 2002 en 2003 zal de onderneming nog eens maximaal 3 078 000 000 PLN ontvangen afhankelijk van de in het goedgekeurde herstructureringsplan gestelde eisen (volledig uit te betalen in 2002 indien het uitstel op grond van protocol nr. 2 bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, eind 2002 is toegekend, zo niet in 2003);

b) wat Huta Andrzej SA, Huta Bankowa Sp. z o.o., Huta Batory SA, Huta Buczek SA, Huta L.W. Sp. z o.o., Huta ÿabÿdy SA, and Huta Pokój SA (hierna "andere begunstigde ondernemingen" genoemd) betreft, bedraagt de reeds verleende dan wel de vanaf 1997 tot eind 2003 verleende of te verlenen steun voor herstructurering van de ijzer- en staalsector niet meer dan 246 710 000 PLN. Deze ondernemingen hebben in de periode 1997-2001 reeds 37 160 000 PLN aan herstructureringssteun ontvangen. Zij ontvangen nog eens maximaal 210 210 000 PLN afhankelijk van de in het goedgekeurde herstructureringsplan gestelde eisen (waarvan 182 170 000 PLN in 2002 en 27 380 000 PLN in 2003 indien het uitstel op grond van protocol nr. 2 bij de Europaovereenkomst waarbij een associatie wordt tot stand gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, eind 2002 is toegekend, zo niet 210 210 000 PLN in 2003).

Polen verleent geen andere overheidssteun voor herstructurering aan de Poolse ijzer- en staalindustrie.

7. De netto capaciteitsvermindering die Polen in de periode 1997-2006 voor afgewerkte producten moet bereiken, bedraagt minimum 1 231 000 ton. De totale capaciteitsvermindering behelst ook netto capaciteitsreducties van ten minste 715 000 ton per jaar van warmgewalste producten en 716 000 ton per jaar van koudgewalste producten, alsmede een capaciteitstoename van ten hoogste 200 000 ton per jaar van andere eindfabrikaten.

Voor de berekening van de capaciteitsvermindering wordt alleen definitieve sluiting van productie- installaties door middel van materiële vernietiging in aanmerking genomen, zodat de productie- installaties niet opnieuw in bedrijf kunnen worden gesteld. De faillietverklaring van een ijzer- en staalonderneming komt niet als capaciteitsvermindering in aanmerking.

De in bijlage 2 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 vermelde netto capaciteitsverminderingen zijn minima en de feitelijke netto capaciteitsverminderingen die moeten worden verwezenlijkt en het daarvoor geldende tijdschema zullen worden bepaald op basis van het definitieve Poolse herstructureringsplan en de individuele bedrijfsplannen, in het kader van de Europa overeenkomst waarbij een associatie wordt tot stand gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, rekening houdend met de doelstelling dat de betrokken ondernemingen op 31 december 2006 leefbaar moeten zijn.

8. Het bedrijfsplan voor de begunstigde onderneming PHS wordt uitgevoerd. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) de herstructureringsinspanningen worden toegespitst op de volgende punten:

i) reorganiseren van de productie-installaties van PHS op een productgerichte basis en zorgen voor een horizontale taakgerichte organisatie (aankoop, productie, verkoop);

ii) opzetten van één enkele managementstructuur in PHS, om bij de consolidering voor volledige synergie te kunnen zorgen;

iii) verschuiven van het strategisch doel van PHS, van productie naar verkoop;

iv) verbeteren van de effectiviteit van het bedrijfsbeheer van PHS, en zorgen voor een betere controle op de directe verkoop;

v) evalueren door PHS, op basis van gezonde economische overwegingen, van de strategie van spin-off-bedrijven en voorzover nodig diensten opnieuw in het moederbedrijf integreren;

vi) evalueren door PHS van de productmix, verminderen van overcapaciteit op het gebied van lange halfafgewerkte producten en in het algemeen zich verder ontwikkelen op de markt voor producten met een grotere toegevoegde waarde;

vii) investeringen van PHS om de kwaliteit van de afgewerkte producten te verbeteren; een bijzonder punt van aandacht moet zijn dat tegen de in het tijdschema voor de uitvoering van het PHS-herstructureringsprogramma vastgestelde datum en niet later dan eind 2006 in de PHS-vestiging in Kraków productie van 3-Sigma-kwaliteit wordt gehaald;

b) tijdens de herstructureringsperiode zal in PHS maximaal bespaard worden op de kosten door verbetering van de energie-efficiëntie, door een beter aankoopbeleid en door te zorgen voor een productiviteitsniveau dat vergelijkbaar is met dat in de Unie;

c) er moet werk worden gemaakt van de herstructurering van het personeelsbestand; op 31 december 2006 moeten productiviteitsniveaus worden gehaald die vergelijkbaar zijn met die van de productgroepen in de ijzer- en staalindustrie van de Unie, hetgeen zal worden beoordeeld op basis van de geconsolideerde cijfers, met inbegrip van indirecte werkgelegenheid in de volledig eigen dienstenbedrijven;

d) bij een eventuele privatisering wordt rekening gehouden met de noodzaak van transparantie en wordt de handelswaarde van PHS volledig in aanmerking genomen. Er mag geen verdere overheidssteun worden verleend als onderdeel van de verkoop.

9. Het bedrijfsplan voor de andere begunstigde ondernemingen wordt uitgevoerd. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) voor alle andere begunstigde ondernemingen worden de herstructureringsinspanningen toegespitst op de volgende punten:

i) verschuiving van het strategisch doel van productie naar verkoop;

ii) verbetering van de effectiviteit van het bedrijfsbeheer van de ondernemingen, en zorgen voor een betere controle op de directe verkoop;

iii) evaluatie, op basis van gezonde economische overwegingen, van de strategie van spin off-bedrijven en voorzover nodig diensten opnieuw in de moederbedrijven integreren;

b) voor Huta Bankowa, uitvoering van het kostenbesparingsprogramma;

c) voor Huta Buczek, van de schuldeisers en de plaatselijke financiële instellingen de nodige financiële steun verkrijgen en het kostenbesparingsprogramma uitvoeren, daaronder begrepen een vermindering van de investeringskosten door een aanpassing van de bestaande productie-installaties;

d) voor Huta Labedy, uitvoering van het kostenbesparingsprogramma en vermindering van de afhankelijkheid van de mijnbouwindustrie;

e) voor Huta Pokój, maatregelen om in de dochterondernemingen de internationale productiviteitsnormen te halen, verwezenlijking van besparingen op het energieverbruik en annulering van de voorgenomen investeringen in de verwerkende en constructieafdelingen;

f) voor Huta Batory, een akkoord bereiken over schuldherschikking en investeringsleningen met de schuldeisers en financiële instellingen. Voorts moet het bedrijf substantiële extra kostenbesparingen tot stand brengen, samen met een herstructurering van het personeelsbestand en een verbetering van het rendement;

g) voor Huta Andrzej, een stabiele financiële basis leggen voor de ontwikkeling door middels onderhandelingen een akkoord te bereiken met de huidige leninggevers, langetermijnschuldeisers, handelsschuldeisers en financiële instellingen. Verder zijn nieuwe investeringen nodig in de warmewalsgroep voor buizen en moet het programma ter vermindering van het personeelsbestand worden uitgevoerd;

h) voor Huta L.W., verwezenlijking van investeringen in warmwalserijproject van het bedrijf, hefapparatuur en milieuprestaties. Dit bedrijf moet voorts hogere productieniveaus halen door verdere herstructurering van het personeelsbestand en vermindering van de kosten voor externe diensten.

10. Voor alle daaropvolgende wijzigingen in het algemene herstructureringsplan en de individuele plannen is de goedkeuring van de Commissie en, in voorkomend geval, van de Raad.

11. De uitvoering van de herstructurering moet in volledige transparantie en op basis van gezonde markteconomische beginselen plaatsvinden.

12. De Commissie en de Raad zullen, overeenkomstig de leden 13 tot en met 18, nauwlettend toezien op de uitvoering van de herstructurering en de nakoming van de in deze titel bepaalde voorwaarden inzake levensvatbaarheid, overheidssteun en capaciteitsverminderingen vóór en na 1 mei 2004, tot het einde van de herstructureringsperiode. De Commissie zal daartoe verslag uitbrengen bij de Raad.

13. De Commissie en de Raad zien, naast het toezicht op de overheidssteun, ook toe op de benchmarks voor de herstructurering vermeld in bijlage 3 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003. De verwijzingen in die bijlage naar punt 14 van het protocol moeten worden opgevat als verwijzingen naar lid 14 van dit artikel.

14. Het toezicht omvat een onafhankelijke evaluatie in 2003, 2004, 2005 en 2006. In het kader van de evaluatie wordt de levensvatbaarheidstest van de Commissie toegepast en wordt de productiviteit gemeten.

15. Polen werkt ten volle mee met alle regelingen voor toezicht. Daarbij worden met name de volgende maatregelen genomen:

a) Polen zendt de Commissie halfjaarlijkse verslagen over de herstructurering van de begunstigde ondernemingen toe, uiterlijk op 15 maart en 15 september van elk jaar tot het einde van de herstructureringsperiode;

b) het eerste verslag moet bij de Commissie uiterlijk op 15 maart 2003 inkomen en het laatste uiterlijk op 15 maart 2007, tenzij de Commissie anders beslist;

c) de verslagen bevatten alle nodige informatie voor het toezicht op het herstructureringsproces, de overheidssteun en op de vermindering en het gebruik van de capaciteit, alsmede de nodige financiële gegevens om te kunnen beoordelen of is voldaan aan de voorwaarden en de voorschriften van deze titel. De verslagen bevatten ten minste de informatie omschreven in bijlage 4 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003; de Commissie behoudt zich het recht voor hierin wijzigingen aan te brengen op grond van haar ervaringen tijdens het toezicht. In bijlage 4 van protocol nr. 8 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 geldt de verwijzing naar punt 14 van het protocol als verwijzing naar lid 14 van dit artikel. Naast de afzonderlijke verslagen van de begunstigde ondernemingen, wordt tevens verslag uitgebracht over de algemene toestand van de Poolse ijzer- en staalsector, met inbegrip van recente macro-economische ontwikkelingen;

d) Polen verstrekt voorts alle vereiste aanvullende informatie voor de in lid 14 bedoelde onafhankelijke evaluatie;

e) Polen verplicht de begunstigde ondernemingen om alle relevante gegevens bekend te maken die onder andere omstandigheden wellicht als vertrouwelijk zouden worden beschouwd. In de verslagen aan de Raad zorgt de Commissie ervoor dat vertrouwelijke informatie die specifiek is voor een onderneming niet wordt bekendgemaakt.

16. De Commissie kan te allen tijde beslissen een onafhankelijk adviseur opdracht te geven de resultaten van het toezicht te beoordelen, alle nodige onderzoek te verrichten en verslag uit te brengen aan de Commissie en de Raad.

17. Indien de Commissie bij de uitoefening van het toezicht constateert dat er aanzienlijke afwijkingen zijn ten opzichte van de financiële gegevens op basis waarvan de levensvatbaarheidsbeoordeling is verricht, kan zij eisen dat Polen passende maatregelen neemt om de herstructureringsmaatregelen van de betrokken begunstigde ondernemingen aan te scherpen of te wijzigen.

18. Indien uit het toezicht blijkt:

a) dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de in deze titel opgenomen overgangsregelingen, of b) dat niet is voldaan aan de verbintenissen die zijn aangegaan in het kader van de verlenging van de periode tijdens welke Polen uitzonderlijk overheidssteun voor de herstructurering van zijn ijzer- en staalindustrie mag verlenen overeenkomstig de Europaovereenkomst waarbij een associatie wordt tot stand gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, of c) dat Polen tijdens de herstructureringsperiode aanvullende, onverenigbare overheidssteun heeft verleend aan de ijzer- en staalindustrie en in het bijzonder aan de begunstigde ondernemingen, gelden de in deze titel opgenomen overgangsregelingen niet.

De Commissie neemt passende maatregelen om steun die is verleend zonder dat de in deze titel bepaalde voorwaarden zijn nagekomen, van de betrokken ondernemingen terug te vorderen.

Noot 1: PB L 348 van 31.12.1993, blz. 2.

TITEL IX BEPALINGEN BETREFFENDE EENHEID 1 EN EENHEID 2 VAN DE V 1-KERNCENTRALE VAN BOHUNICE IN SLOWAKIJE

Artikel 64

Slowakije zegt toe eenheid 1 en eenheid 2 van de V 1-kerncentrale van Bohunice uiterlijk op respectievelijk 31 december 2006 en 31 december 2008 te sluiten en vervolgens te ontmantelen.

Artikel 65

1. In de periode 2004-2006 verleent de Unie Slowakije financiële steun voor zijn inspanningen om de V 1-kerncentrale in Bohunice te ontmantelen en voor het ondervangen van de gevolgen van de sluiting en ontmanteling van eenheid 1 en eenheid 2 van deze centrale (hierna "de steun" genoemd).

2. De steun wordt vastgesteld en uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van bepaalde landen in Midden- en Oost-Europa (1).

3. Over de periode 2004-2006 bedraagt de steun 90 miljoen euro aan vastleggingskredieten, die in gelijke jaarlijkse tranches worden vrijgegeven.

4. De steun of delen daarvan kunnen beschikbaar worden gesteld als bijdrage van de Unie aan het Internationale steunfonds voor de ontmanteling van Bohunice, dat beheerd wordt door de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

Noot 1: PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11.

Artikel 66

De Unie geeft er zich rekenschap van dat de ontmanteling van de V 1-kerncentrale van Bohunice moet doorgaan na het tijdvak van de financiële vooruitzichten als bepaald in het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 en dat deze inspanning een aanzienlijke financiële last vormt voor Slowakije. In besluiten over de voortzetting van steun van de Unie op dit gebied na 2006 zal met deze situatie rekening worden gehouden.

Artikel 67

Deze titel is van toepassing in het licht van de verklaring betreffende eenheid 1 en eenheid 2 van de V 1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije; waarin, met behoud van de juridische strekking, de voorwaarden zijn overgenomen van de preambule van protocol nr. 9 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.

TITEL X BEPALINGEN BETREFFENDE CYPRUS

Artikel 68

1. De toepassing van het acquis communautaire en van het acquis van de Unie wordt opgeschort in de zones van de Republiek Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent.

2. De Raad besluit, op voorstel van de Commissie, over de intrekking van de in lid 1 bedoelde opschorting. Hij besluit met eenparigheid van stemmen.

Artikel 69

1. De Raad stelt, op voorstel van de Commissie, de voorwaarden vast waaronder het recht van de Unie geldt ten aanzien van de grens tussen de in artikel 68 bedoelde gebieden en de gebieden waarover de regering van de Republiek Cyprus feitelijk het gezag uitoefent. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen.

2. De grens tussen de oostelijke zone onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de in artikel 68 bedoelde zones wordt, voor de toepassing van deel IV van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, beschouwd als een deel van de buitengrenzen van de zones die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, zulks voor de duur van de opschorting van de toepassing van het acquis communautaire en van het acquis van de Unie uit hoofde van artikel 68.

Artikel 70

1. Deze titel vormt in geen enkel opzicht een beletsel voor maatregelen die worden getroffen ter bevordering van de economische ontwikkeling van de in artikel 68 bedoelde zones.

2. Die maatregelen laten onverlet, de toepassing van het acquis communautaire en van het acquis van de Unie in alle andere gebiedsdelen van de Republiek Cyprus, volgens de voorwaarden van het onderhavige protocol.

Artikel 71

Indien een regeling voor de Cypriotische kwestie tot stand komt, besluit de Raad, op voorstel van de Commissie, over de aanpassingen die met betrekking tot de Turks-Cypriotische gemeenschap worden aangebracht in de voorwaarden betreffende de toetreding van Cyprus tot de Unie. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen.

Artikel 72

Deze titel is van toepassing in het licht van de verklaring betreffende Cyprus, waarin, met behoud van de juridische strekking, de voorwaarden zijn overgenomen van de preambule van protocol nr. 10 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.